Toch een bekende donor en co-ouderschap?
Op een vrije ochtend in Oktober 2013, heb ik de stoute schoenen aan getrokken en zocht ik het nummer op van de fertiliteitspoli van het Rijnstate ziekenhuis. Het voelde toch een beetje raar om deze eerste stap te nemen. Maar het telefoontje was in 5 minuten gepiept.
Ik moest mijn gegevens doorgeven en werd op de wachtlijst gezet. Tegen de tijd dat ik aan de beurt was werd ik gebeld of gemaild. De wachtlijst op dat moment was ongeveer een jaar. Nog tijd genoeg om echt aan het idee te wennen. Het precieze tijdstip weet ik niet meer, maar dat mailtje kwam toch eerder dan verwacht. Ik moest langs komen voor een kennismakingsgesprek. Die afspraak was eind Januari 2014.
‘Tijdens mijn eerste afspraak werd er besproken of ik geschikt was als alleenstaande moeder’
De bewuste dag was ik toch best wel een beetje zenuwachtig. Wat gaat er allemaal op mij afkomen spookte door mijn hoofd. Tijdens het gesprek met de arts werd verteld wat de bedoeling was. Het gesprek met de arts was dus de eerste stap. Hierna zou ik een afspraak moeten maken met de psycholoog. De arts en de psycholoog gingen samen met een groter team bespreken of ik wel geschikt was als alleenstaande moeder. Kreeg ik hiervan groenlicht dan kwam ik in aanmerking en werd de volgende afspraak gemaakt om de donor te kiezen. En vervolgens zou het traject dan starten. Ondertussen bleef ik gewoon op de wachtlijst staan en werd er gerekend vanaf het moment dat ik mijn eerste telefoontje naar het ziekenhuis deed.
Tijdens het eerste gesprek met de arts moest ik mezelf dus voorstellen en vertellen waarom ik graag mama wilde worden en waarom ik had gekozen voor deze manier. Vervolgens werden er medische vragen gesteld en kreeg ik een inwendige echo. Ook moest ik bloed laten prikken om te kijken of er hier nog iets bijzonders in te zien was. Na een hoofd vol informatie kon ik toen het ziekenhuis verlaten en was het wachten op het gesprek met de psycholoog.
Tijdens het wachten kwam mijn zusje met een opmerking dat ze iemand had gesproken die ook een kinderwens had. Hij was ook alleen maar wilde heel graag vader worden. Mijn zusje had mijn situatie verteld en hij had enthousiast gereageerd. Hij had tegen mijn zusje gezegd dat het wel toevallig was dat zij dit hem vertelde. Ik bedacht me of ik een gesprek met hem zou aangaan. Hij was voor mij niet onbekend, ik had hem wel eens gezien en gesproken. Ik heb hem vervolgens opgezocht op Facebook en ben zo met hem in contact gekomen. Hij reageerde meteen heel enthousiast en voordat ik het wist hadden we paar dagen later al een afspraak.
‘Misschien was een papa toch goed voor mijn kind’
Tijdens dit gesprek kwam er duidelijk naar voren dat hij wel een actieve rol als vader wilde en stelde het Co-ouderschap voor. Dit heeft mij toen aan het denken gezet. Want ik had net de eerste stap gezet naar het ziekenhuis en mezelf voorbereid op het alleenstaande moederschap en toen kwam dit. Maar goed misschien was een papa dan toch beter voor mijn kind. Beide gingen we er over nadenken. Samen besloten we om een plan te maken. Hoe zagen we beide de opvoeding en hoe willen we dit aanpakken. We hebben beide iets op papier gezet en hebben er vervolgens over gepraat. Qua opvoeding lagen we aardig op 1 lijn. Maar hij wilde natuurlijk evenveel zijn kind zien als ik. De week zou dus opgesplitst moeten worden. Dit zou betekenen dat ik mijn kind niet constant bij me zou hebben, maar hij zou wel een vader en een moeder hebben. Ook financieel stond ik er op deze manier niet alleen voor. We besloten beiden om ervoor te gaan.
Ik belde met het ziekenhuis en vertelde dat ik een donor had gevonden en vroeg of ze ons hiermee konden helpen. Het ziekenhuis ontving ons hartelijk. De donor moest vervolgens een afspraak maken om, netzoals ik, bloed te laten prikken. Daarnaast moest hij ook zijn zaad inleveren, zodat dit gecontroleerd kon worden.
Ondertussen maakten wij een ouderschapsplan. Beide vonden we dat alles goed geregeld moest worden. Over bepaalde dingen waren we het onderling niet eens. Na aanpassingen en onderling overleg zijn we tot een goed ouderschapsplan gekomen waar we beide volledig achterstaan.
Ondertussen kon hij snel terecht in het ziekenhuis. Tijdens zijn bezoekje aan het ziekenhuis ontving hij een contract. Hier was hij het niet mee eens. Hier schrok ik van. Ik had juist zo’n goed gevoel bij dit ziekenhuis en wilde liever niet naar een andere kliniek, zoals hij voorstelde.
Een kraambezoekje bij een vriendin zette mij aan het denken. Dat lieve baby’tje wat ik vast had, was elke dag bij mijn vriendin. Mijn baby zou al na 4 weken voor het eerst bij mij weg gaan. Niet meteen een halve week maar toch. Op een gegeven moment zou hij toch de ene week 4,5 dag bij me weg zijn en de andere week 2,5 dag (ook de weekenden waren al verdeeld). Ik begon weer te twijfelen.
Kon ik mijn kind wel zo lang missen? Was dit wel de goede stap?
Stay connected