Recept: Stroopwafeltaart
Recept: Stroopwafeltaart
Dit recept is voor 8-10 stukken taart
Deze taart moet zo’n 6 tot 8 uur opstijven in de koelkast, hou daar rekening mee in je planning.
Benodigdheden
- GEEN oven
- Garde
- Staafmixer met garde, handmixer of keukenmachine met ballonklopper
- Staafmixer met hakmolen (om de stroopwafels fijn te malen)
- Steelpannetje
- Plastic keukenfolie (om banketbakkersroom mee af te dekken)
- Springvorm van 20cm doorsnede
- Bakpapier
Ingrediënten Taart
- 10 grote stroopwafels
- 12 – 15 mini stroopwafels (ik nam een zakje ministroopwafels, wat je over hebt snoep je gewoon lekker op bij de koffie)
- 75 gram boter
- 500 ml slagroom
- 1 zakje Klopfix slagroomversteviger
- 1 portie banketbakkersroom (zie recept en ingrediënten hier beneden)
- Karamelsaus voor de garnering (zie recept en ingrediënten hier beneden of neem een kant-en-klare karamelsaus)
- Chocoladebolletjes, chocoladesnippers of hagelslag voor de garnering
Ingrediënten Banketbakkersroom
- 500 ml melk
- 50 gram custardpoeder
- 75 gram suiker
- 1 zakje vanillesuiker
- 1 ei
Ingrediënten Karamelsaus
- 200 gram kristalsuiker
- 75 ml water
- 125 ml slagroom, alvast een beetje voorverwarmd
- 1 flinke eetlepel roomboter
Aan de slag! Bakken maar 😉
Omdat de banketbakkersroom nog even moet afkoelen in de koelkast begin je hiermee. Je kunt deze banketbakkersroom ook al een dag van te voren maken.
Bereiden van de banketbakkersroom
- Klop het ei met de helft van de suiker los in een klein kommetje. Voeg hier een bekertje van de melk (niet alles!) en de custardpoeder aan toe. Roer goed door. Het is belangrijk dat hier geen klontjes meer in zitten, dus heb je bijvoorbeeld een staafmixer met een garde gebruik die dan, of neem een handmixer. Met een garde lukt het ook, alleen moet je dan iets langer kloppen.
- Breng in een steelpannetje de rest van de melk met de andere helft van de suiker aan de kook, af en toe roeren. Voeg de kokende melk toe aan de kom met het custard mengsel. Roer goed door met een garde.
- Giet het mengsel terug in de pan en zet deze op het vuur.
- Laat het mengsel zachtjes doorkoken op middelmatig vuur en blijf voortdurend roeren met de garde! Het wordt steeds een beetje dikker. In het begin moet je even geduld hebben maar houd het mengsel goed in de gaten want het indikken kan ineens best snel gaan. Zet het vuur dan wat lager en blijf goed roeren. Laat doorkoken tot het de dikte heeft van stevige pudding.
- Giet de banketbakkersroom in een kom en dek deze af met plastic folie om een velletje op de room te voorkomen. De folie moet de banketbakkersroom raken.
- Laat afkoelen in de koelkast.
Bereiden van de stroopwafeltaart
Let op! in het originele recept van Laura’s Bakery wordt een springvorm van 26cm doorsnede gebruikt. Ik nam een kleinere springvorm – van 20 cm doorsnede – en gebruikte meer boter en stroopwafels. Voor de vulling hield ik dezelfde hoeveelheden aan als in het originele recept. Maar omdat de springvorm kleiner is krijg je dus een hogere taart met een dikkere laag vulling. Hoe meer, hoe beter toch? Let wel even op dat de taart hierdoor langer nodig heeft om op te stijven. Iets meer geduld beoefenen voordat je kunt smullen dus ….. 😉
- Bekleed de bodem en de zijkanten van je springvorm met bakpapier. Knip voor de bodem een rondje van ruim 20 cm doorsnede uit en voor de rand een strook die zo’n 2 cm hoger is dan je springvorm. De onderkant van deze strook knip je om de centimeter zo’n 2 cm in. Deze ‘rafelrand’ vouw je naar binnen toe in de springvorm en daarna leg je de cirkel op de bodem. Het bakpapier kun je vastzetten door de springvorm in te smeren met wat zachte boter of kokosolie.
- Snij van de kleine stroopwafeltjes een kwartje af. Zo krijgen ze een rechte onderkant die je straks in de vorm kunt zetten. Zet de grote stukjes van de kleine stroopwafeltjes rondom tegen de rand van de springvorm. Zoals je al in mijn blog kon lezen is dit best een uitdaging. Het geheel krijgt past houvast als de vulling voor de bodem erin komt. Doe dus niet teveel moeite met het steeds opnieuw rechtop zetten van de wafeltjes, straks komt dit helemaal goed.
- Doe de kwartjes die je net van de stroopwafeltjes hebt afgesneden in een keukenmachine of staafmixer met hakmessen en voeg hier de 10 grote, in stukjes gesneden, stroopwafels aan toe. Vermaal de koeken tot fijne kruimels. Er mogen hier en daar best nog wat stukjes van zo’n halve centimeter groot tussen zitten. Dat geeft straks een lekkere bite.
- Smelt de boter in een steelpannetje en voeg de stroopwafelkruimels hier aan toe. Roer het mengsel goed door en stort het in de springvorm. Verdeel over de bodem en druk goed aan met de bolle kant van een lepel. Nu kun je ook naar de randen toe werken om zo de stroopwafeltjes tegen de rand vast te zetten. Het lijkt alsof je teveel boter hebt gebruikt voor de bodem. Dit is niet zo, dat komt door de karamel in de stroopwafels die ook gaat smelten door de warme boter.
- Zet de vorm in de koelkast totdat deze hard en stevig is.
- Wanneer de banketbakkersroom en taartbodem volledig zijn afgekoeld haal je beide uit de koelkast.
- Schep 5 volle eetlepels banketbakkersroom in de vorm en verdeel dit over de bodem, zet dan terug in de koelkast.
- Klop de nu slagroom samen met het zakje klopfix stijf in een kom.
- De banketbakkersroom en slagroom roer je door elkaar, nu heb je Zwitserse room.
- Schep de room in de vorm en verdeel gelijkmatig. Zorg dat het een gelijke laag wordt en dat er dus overal evenveel slagroom zit. Deze laag hoeft wat mij betreft niet super strak te zijn aan de bovenkant. Ik vind bij dit recept een minder strakke slagroomlaag soms zelfs smakelijker ogen dan een perfect strakke laag. En er komt straks natuurlijk nog karamelsaus over.
- Zet de taart in de koelkast en laat zo’n 6 tot 8 uur opstijven. Ja, ik weet het, dit is lang! Maar geloof me, het is het wachten waard….
Je kunt de karamelsaus nu alvast maken of wachten tot een half uurtje voordat je de taart gaat serveren.
Bereiden van de karamelsaus
Als je voor het eerst zelf karamel gaat maken kan dat best spannend zijn. Ik waarschuw nog maar even; karamel wordt heel heet – en dan bedoel ik ook echt HEEL HEET – dus pas op met je vingers en handen. Mijn tweelingzusje heeft nog steeds een litteken in haar handpalm van toen ik haar op dertienjarige leeftijd de houten lepel met net gemaakte karamel aangaf. Niet slim 😉
- Doe het water en de suiker in een steelpannetje en breng op middelmatig vuur aan de kook. Belangrijk is hierbij om NIET te roeren tijdens dit proces, want dat komt het kristallisatie proces niet ten goede. Ik weet het, je handen jeuken om te roeren maar doe het niet ;-). Laat het suikermengsel rustig doorkoken.
- Verwarm ondertussen ook de slagroom op laag vuur in een ander steelpannetje.
- Houd de karamel goed in de gaten. Zodra deze een mooie lichte (!) karamel kleur krijgt haal je de pan van het vuur. Kook niet langer door dan nodig is, want dan gaat de suiker verbranden en dat proef je!
- Giet vervolgens de voorverwarmde slagroom bij de karamel en roer goed door.
- Voeg hierna de boter toe en bind het geheel tot een mooie karamelsaus. Tijdens het afkoelen zal de saus nog wat dikker worden.
- Giet de saus in een melkkannetje. Dat vergemakkelijkt straks het afwerken van de taart.
- Je hebt niet de gehele hoeveelheid karamelsaus nodig voor de taart. Wat je over hebt kun je in een schoon, glazen flesje of potje nog zeker 2 weken bewaren in de koelkast. Voor gebruik weer even opwarmen in de magnetron zodat de saus weer vloeibaar wordt en je deze over de taart (of over je ijsje, Griekse yoghurt, fruitsalade of you-name-it) kunt gieten.
- Als dit bovenstaande proces je nu allemaal net iets teveel gedoe is, of je zit in tijdnood, neem dan gewoon een flesje kant-en-klare karamelsaus. Dat smaakt ook prima.
- Schoonmaak tip voor na afloop: als je pan eenmaal afgekoeld is, blijft de karamelsaus als een ware toffee plakken aan de pan. Dit schoon krijgen is heel eenvoudig. Giet een klein beetje afwasmiddel in de pan en schenk de pan daarna vol met kokend water. Het kokende water zorgt er voor dat de karamel heel vloeibaar wordt en bijna oplost zodat je dit daarna heel makkelijk kunt wegspoelen en de pan kunt schoonmaken.
Garneren van de taart
- Neem de taart uit de koelkast en haal de ring van de springvorm en het bakpapier er voorzichtig af.
- Nu kun je de taart op een taartschaal presenteren. Dit gaat het makkelijkst als je de taart gewoon op het bakpapier laat staan dat je hebt gebruikt om de bodem van de springvorm mee te bedekken. Dit is even een secuur werkje. Mocht je dit te moeilijk vinden dan plaats je de bodem van de springvorm gewoon op de taartschaal. Pas dan wel op met het aansnijden van de taart. Het bakpapier beschermt de springvorm wel een beetje maar het zou zonde zijn als je straks allemaal krassen op de bodem krijgt.
- Giet nu de karamelsaus over de taart. Ik ging deze keer voor de ‘rustieke look’ en goot de saus gewoon kriskras over de taart. Maar je kunt natuurlijk ook een patroontje gieten of – voor de gevorderde baksters onder ons – er een tekst mee op de taart schrijven (gieten dus).
- Nu kun je de taart nog afwerken met chocoladesnippers of hagelslag.
En dan staat niets je meer in de weg om ongelofelijk te gaan genieten van dit hemelse taartje! Mocht je jezelf toch nog kunnen beheersen, laat de taart dan in de koelkast staan totdat je deze gaat serveren. Hij is nog maximaal 2 dagen houdbaar in de koelkast maar nu toch echt op z’n lekkerst!
Een tijdje geleden bakte ik – eigenlijk per toeval – een heerlijk taartje. Raf klaagde al een aantal dagen over tandpijn tijdens het eten. Toen mijn standaard antwoorden als ‘dat gaat vanzelf wel over’ en ‘kauw maar even aan de andere kant van je mond’ niet meer baatten en we na een grondige mondinspectie een raar plekje op zijn kies ontdekten werd het tijd voor een bezoekje aan de tandarts.
Stay connected