Ben jij een oermoeder?
Je kent haar wel de oermoeder. Ze fietst met gemak met drie kinderen door een drukke stad. Ze draait haar hand er niet voor om vier kinderen tegelijk eten te geven. Die zo gehete oermoeders, daar hoor ik niet bij. Jij wel?
“Als kleine kleuter wist ze al wat zij wilde worden: moeder.”
Als kleine kleuter wist zij al wat ze wilde worden: moeder. Ik niet. Ik stond er niet bij stil, had dit niet voor mijzelf in gedachte en ik wilde gewoon, ja wat wilde ik eigenlijk? Ik speelde reisbureautje met vriendinnen, maar moeder? Nee, dat kwam niet in mij op. Zelfs toen ik in de twintig was zag ik mij niet als moeder. Vriendinnen kregen kinderen en ik vond ze leuk maar om nou te zeggen dat mijn eierstokken rammelden, nee niet echt.
Toen gebeurde het. Ik leerde mijn man kennen. Op dat moment dacht ik, ja, met jou wil ik een kind. Hoe dat allemaal verliep en de nasleep daarvan heb je kunnen lezen in mijn vorige blogs.
De oermoeder, de zoektocht.
“Inmiddels ben ik naarstig op zoek naar mijn innerlijke oermoeder.”
Inmiddels ben ik naarstig op zoek naar mijn innerlijke oermoeder want die heb ik nog steeds niet kunnen vinden. Wat bij oermoeders allemaal vanzelf lijkt te gaan gaat bij mij gepaard met zuchten en steunen en heel veel getwijfel. Hoe doen ze dat toch? Zit het in hun genen? Hebben ze als kleuter al veel geoefend en heb ik toen niet goed opgelet? Waar halen ze de energie vandaan en kan ik dat ook ergens kopen?
De oermoeder kan alles.
De oermoeder doet alles met zo’n gemak. Van luiers verschonen tot met het vliegtuig op vakantie gaan met een baby en een peuter. Zij deinst nergens voor terug. Waar ik denk, laat maar teveel gedoe, staat de oermoeder vooraan en heeft ook nog eens alle benodigdheden bij zich. Een vliegreis, bij het idee alleen al breekt het klamme zweet mij uit. Laat staan een lange autorit naar Zuid-Frankrijk met een kleine dreumes op de achterbank. Het idee van overnachten op een camping waar ik al spontaan van ga trillen bij de gedachten dat mijn zoontje iedere nacht de camping bij elkaar gilt.
Nee, dan de oermoeder. Die blijft rustig onder alle omstandigheden. Ligt de peuter midden in de supermarkt een driftbui uit te gillen. De oermoeder blijft rustig en gaat gewoon door haar met haar boodschappenlijstje afwerken. Tegen de tijd dat ze klaar is, plukt ze het inmiddels rustig geworden kind uit de winkel en gaat op weg naar de kassa.
Ook een huilend kind in een overvol vliegtuig zal haar niet tegenhouden op vakantie te gaan. Zij loopt desnoods uren rond door het gangpad om haar kind rustig te krijgen en negeert vakkundig de boze blikken van de medepassagiers.
“Soms, heel soms kom ik in de buurt van wat een oermoeder kan en doet.”
Soms, heel soms kom ik in de buurt van wat een oermoeder kan en doet. Zoals naar de dierentuin gaan met zijn tweeën en er heelhuids weer uitkomen. Een gezellige tekening maken voor opa zonder dat onze woonkamer er aan het einde van de dag gekleurd op staat. Maar voor mijn gevoel ben ik er nog lang niet. Ik heb het geprobeerd met boekjes, gezocht op internet. Maar ik kan er niet veel over vinden.
Eerst gaf ik de hormonen de schuld van mijn zweet aanvallen, mijn trillende ooglid en mijn verzenuwdheid. Maar inmiddels ben ik er achter dat dit gewoon bij mij hoort. Helaas ik zal nooit een echte oermoeder worden. Misschien dat ik er een beetje in de buurt kom maar ik zal er niet in uitblinken. Is dat erg? Nee, zolang ik houd van mijn zoon en hem al mijn liefde geef die ik voor hem heb, zal hij het heus niet erg vinden als mama achterin het vliegtuig zit, alleen met een cocktail en een paar oordoppen. See you in Jamaica, baby!
Misschien hebben jullie nog tips voor mij om in sommige situaties rustig te blijven? En kun je echt nog een oermoeder worden als je niet geboren word als oermoeder?
Stay connected