Het mooiste verjaardagscadeau ooit…

.„Mevrouw?… Mevrouw!? We gaan uw dochtertje even ter controle naar de neonatologie afdeling brengen, Mevrouw?” Langzaam doe ik mijn ogen open. Auw! Het felle licht doet pijn aan mijn ogen. Ik voel me alsof ik door een betonmolen ben gehaald. „Mevrouw?” Ik zoek waar het geluid vandaan komt. Als ik goed kijk kan ik het gezicht van een zuster ontwaren in het felle TL licht in de kamer. Als ik haar aankijk zegt ze nogmaals dat ze ons pasgeboren dochtertje mee gaan nemen naar de neonatologie. Ik vind alles best. Iets met niet willen drinken ofzo. „Zware bevalling geweest he” , zegt ze. Ik wil wel reageren maar mijn mond doet niks, Ik voel langzaam dat ik weer wegzak in een diepe slaap.
Als ik mijn ogen weer open doe zie ik mijn moeder naast mijn bed zitten. „Hoi mam” fluister ik. Als ze ziet dat ik wakker ben staat ze op en geeft ze me een knuffel. „Hoe voel je je?” vraagt ze. „Niet al te best” zeg ik terwijl ik aan mijn buik voel. Raar flubberbuikje. „Waar is Lynn? En Tim?”. „Tim is even naar huis, die kon ook wel even een paar uurtjes slaap gebruiken na die heftige bevalling van jou, 48 uur niet slapen is niet niks ook al is ie niet bevallen” grapt mijn moeder. Ik voel een steek van gemis door mijn buik gaan, hoop maar dat ie snel terugkomt. Terwijl mijn moeder mij met een rietje een beetje ijswater geeft gaat de deur open. „Goedemorgen mevrouw!” klinkt de vrolijke stem van de zuster. „Gefeliciteerd met uw dochtertje en met uw verjaardag natuurlijk! Wat een prachtig verjaardagscadeau!” klinkt het zangerig. Ik heb het gevoel dat ik haar ergens van ken. „Hoe voelt u zich?” Nou, na een bevalling die al met al waarschijnlijk 4 dagen geduurd heeft en als klap op de vuurpijl een placenta die niet los wilde komen met operatie tot gevolg, niet al te best zustertje! „Goed” lieg ik. „Hoe gaat het met mijn dochtertje?” Ze vertelt me dat Lynn mee moest naar de neonatologie omdat ze niet wilde drinken. „Maar dat zien we vaker hoor bij randprematuren” verzekert ze mij. „De kinderarts wilde voor de zekerheid even wat testjes doen, als we u straks op uw kamer geïnstalleerd hebben kunnen we haar even gaan bezoeken.”
Twee uur later word ik met bed en al over de gang gereden naar de kamer. Gek genoeg kan ik me helemaal niet meer herinneren dat ik hier gisteravond ben geweest. Op de kamer word ik begroet door mijn buurvrouw. „ Hoi ik ben Louise”, zegt ze. Ze heeft haar baby vast, Cornald heet hij, 10 pond schoon aan de haak. Dat is meer dan het dubbele dan wat Lynn weegt. „Vernoemd naar mijn vader, zegt ze trots. Ik feliciteer haar en vertel dat ons dochtertje Lynn heet en iets te vroeg geboren is waardoor ze nu op de neonatologie ligt. „Jeetje dat is ook wat” zegt ze, „Maar ze is verder wel gezond?” Geruststellend glimlach ik naar haar, „Ja hoor alles is goed, ze is alleen een beetje te vroeg geboren”.
Op datzelfde moment zie ik Tim binnenkomen, mijn hart maakt een sprongetje. Hij ziet er niet uit, dikke wallen onder zijn ogen. „Hai moppie!” Hij geeft me een dikke knuffel, „Ben je al bij d’r geweest?” Nee nog niet, zeg ik. Ik druk op het belletje.
‘Ze is vast omgewisseld, dat kan niet anders’
Tien minuten later word ik met bed en al naar de andere vleugel van het ziekenhuis gereden. Naar de afdeling Neonatologie. Tim en ik moeten allebei onze handen wassen met desinfecterende zeep voor we naar binnen mogen. Ineens ben ik bang dat ik haar niet zal herkennen. Ik heb haar maar een halfuurtje gezien voordat ik werd afgevoerd naar de OK. Met ingehouden adem word ik de afdeling opgereden. „Even wachten hoor” zegt de zuster. Als ik zie dat er maar een couveuse staat ben ik opgelucht. Ik zie een wirwar van slangetjes en daaronder ligt een heel klein babytje op haar buikje te slapen. Ze heeft een klein mutsje op van het ziekenhuis en verder alleen een luier om. „Ach wat zielig”, zeg ik tegen Tim. „Dat babytje heeft geen kleertjes aan.” Ineens klinken er alarmbellen, ze komen van de monitor die naast de couveuse staat. Een rood lampje brandt. Een zuster komt aangesneld en drukt op een knopje van de monitor. Het alarm stopt. Even stopt ze haar hand door het gat van een couveusedeurtjes, ik kan niet precies zien wat ze doet vanuit mijn bed. Ik kijk om me heen of ik ergens nog een bedje zie staan. Misschien achter dat muurtje daar… „Goedemiddag mevrouw en meneer, gefeliciteerd met jullie prachtige dochtertje en met uw verjaardag natuurlijk!” Ik krijg een hand van de zuster. Ze duwt mijn bed richting de couveuse. „Hier is ze dan.” Vol ongeloof kijk ik naar de couveuse en dan naar de zuster. „Is dit Lynn?” vraag ik zachtjes. Tim pakt mijn hand terwijl we naar het klein hoopje mens staren achter het glas. Ze heeft een slangetje aan haar voetje, er zit een slangetje in haar neus met een grote pleister vastgeplakt op haar wangetje, er lopen 3 kabeltjes vanaf de monitor naar haar borstje en er zit in haar andere voetje een infuus. Ze is ZO klein! Maar misschien lijkt ze nog kleiner omdat ze bedolven is door draadjes. Ik voel de tranen langs mijn wangen lopen en knijp in Tim z’n hand. Hij kijkt me niet aan. „Het ziet er allemaal een beetje angstaanjagend uit, dat snap ik, de neonatoloog komt straks even tekst en uitleg geven. Wil je misschien even met haar knuffelen?” vraagt de zuster. „Kan dat dan?” vraagt Tim. „Ja hoor, daar zijn we heel handig in” Terwijl de zuster de couveuse opent en de draadjes goed legt probeer ik mezelf ervan te overtuigen dat ze een fout moeten hebben gemaakt. Ze is vast omgewisseld. Dat KAN niet anders. Je ziet het wel eens in van die waar gebeurde films. Dit wordt vast een kijkcijferkanon… Tot de zuster haar op mijn borst legt. Ik sla mijn armen om haar heen. Dat kleine blote borstje tegen mijn blote borst. Ik ruik haar geur en voel haar en weet het zeker, dit is mijn baby. Tranen stromen nu over mijn wangen. Tim komt op het bed zitten en slaat zijn armen om ons heen. Zo blijven we heel stil liggen. Wat een heerlijk moment. Een uur lang kijken we alleen maar naar onze dochter, raken we haar voorzichtig aan en sniffen we haar geur op. Genieten.
Na een uur komt de zuster terug. „De neonatoloog dr. Jansen is nog even hiernaast bezig maar komt zo met jullie praten” Behendig pakt ze het kleine wurmpje van mijn borst af en installeert haar weer in haar glazen bakje. „Ik laat jullie even alleen” zegt ze terwijl ze het gordijntje dichttrekt. Ik kijk Tim aan. Nog vol van het heerlijke gevoel van ons meisje bij ons te hebben geef ik Tim een kus. „Wat een mooi kindje is ze he?” zeg ik. „Ze is de mooiste baby die ik ooit gezien heb” zegt Tim. „Beste verjaardagscadeau ooit!. Hoop maar dat ze het snel oplossen en dat ze snel mee naar huis mag” Hij kijkt me aan, ineens weet ik zeker dat het niet zo lang zal duren. „Ze is met 36 weken geboren, kinderen mogen vanaf 37 weken komen, dus ik denk een weekje. Even aansterken en dan gaat ze lekker mee naar huis. Naar haar mooie roze kamertje!” „Ja,” zegt Tim. „Ze is gewoon te vroeg”. Ik glimlach. Heb er het volste vertrouwen in dat het met een weekje echt wel goed komt. Ik kruip dicht tegen hem aan en samen kijken we naar ons kleine meisje in haar glazen bakje.
‘De woorden van de dokter kwamen niet meer binnen’
Het gordijn wordt opengeschoven. „Goedemiddag mevrouw, meneer.” Een kleine gezette man van een jaar of 50 steekt zijn hand uit. „Ik ben dr. Jansen, gefeliciteerd met de geboorte van uw dochter”. Op de een of andere manier heb ik het gevoel dat hij het niet meent. „Goedemiddag” zegt Tim. „Zo, het is me wat he” zegt dr. Jansen. „Ja zeker, we zijn erg benieuwd wanneer we Lynn mee naar huis mogen nemen”, zeg ik. Dr. Jansen kijkt me vragend aan. „Nou mevrouw, daar zijn we voorlopig nog even niet mee bezig. Uw dochter gedraagt zich als een prematuur”. „Ja dat hebben we begrepen, maar ze is dan ook met 36 weken geboren” zegt Tim. „Nee meneer, u begrijpt het niet. Zij gedraagt zich als prematuur van ver voor de 36 weken. Zij heeft geen slik of zuigreflex, ze vergeet te ademen, en ze kan haar temperatuur niet goed houden. Bovendien heeft ze veel slijm wat ze niet weg krijgt en heeft ze een tic in haar schouder. Al met al genoeg reden om onderzoeken in te zetten naar waarom zij zich zo gedraagt” Ik hoor wel wat hij zegt maar ik snap het nog steeds niet. „Maar ze is toch ook prematuur?” probeer ik nogmaals. „Mevrouw, wij weten op dit moment niet waar het aan ligt, maar dat er iets mis is dat lijkt zeker. We hopen dat het gaat om een simpele infectie, maar we gaan haar de komende dagen onderzoeken. Morgen staat er een echo gepland… Aanvullend bloedonderzoek…..MRI in het Sophia….. De woorden van de dokter kwamen niet meer binnen. Ik heb het gevoel alsof er iemand alle lucht uit me geslagen heeft. Er is dus echt iets mis. Maar wat?
Wordt vervolgd…

Stay connected